Vermindering van erfbelasting? Ja, maar... - Successiehuis

Vermindering van erfbelasting? Ja, maar…

18 oktober 2024

Vandaag, 18 oktober, verscheen er onder andere in DE TIJD een artikel over de geplande verlaging van de erfbelasting. De ‘belasting op verdriet’ zou worden verlicht, vooral voor de lage en middelgrote erfenissen.

Langzaamaan wordt duidelijk wat hiermee wordt bedoeld. We proberen op basis van de persartikels  een beknopt overzicht te bieden. We maken wel enig voorbehoud: deze wijzigingen moeten nog ‘afgeklopt’ worden in de regering zelf.

A. LANGSTLEVENDE EN KINDEREN

A1.  Een hogere vrijstelling:

  • de langstlevende krijgt een vrijstelling op de eerste €150.000 aan roerende goederen (zoals geld, portefeuilles, auto’s, inboedel, enzovoort). Op vandaag is die zogenaamde voetvrijstelling voor roerende goederen beperkt tot €50.000. Let op: deze vrijstelling geldt niet voor onroerende goederen!
  • ieder kind krijgt een vrijstelling op de eerste schijf van €50.000 (roerend en/of onroerend). Vandaag wordt hierop 3% betaald.

A.2. Lagere tarieven:

Langstlevende:

  • tarief van 3% voor de eerste schijf van €150.000 (nu geldt dit tarief voor de eerste schijf van €50.000)
  • tarief van 9% voor de schijf tussen €150.000 en €250.000

Kinderen:

  • tarief van 3% voor de schijf tussen €50.000 en €150.000 (i.p.v. 9% nu)
  • tarief van 9% voor de schijf tussen €150.000 en €250.000

B. BROERS EN ZUSSEN:

  • tarief van 25% voor een eerste schijf van €75.000 (i.p.v. €35.000 nu)
  • tarief van 30% voor volgende schijf tussen €75.000 en 150.000 (i.p.v. €75.000 nu)

C. ANDEREN:

  • tarief van 25% voor een eerste schijf vanaf €75.000 (i.p.v. €35.000 nu)
  • tarief van 45% voor volgende schijf tussen €75.000 en 150.000 (i.p.v. van €75.000 nu)

Belangrijk:

  1. deze wijzigingen zijn nog niet definitief;
  2. deze wijzigingen zouden ingaan vanaf 2026 en geleidelijk worden doorgevoerd om volledig tot uitwerking te komen in 2029;
  3. het toptarief van 27% in rechte lijn en/of echtgenoten/partners blijft van toepassing;
  4. het toptarief van 55% voor broers, zussen en anderen blijft eveneens van toepassing:
  5. deze aanpassingen moeten samen bekeken worden met de verlenging van de risicotermijn bij bank- en handgiften. Die termijn zou, voor giften vanaf 2025 , verlengen naar 5 jaar in plaats van 3 jaar;
  6. Er zal strenger worden gecontroleerd op de overdracht van familiale ondernemingen en familiale vennootschappen met privaat vastgoed.

Conclusie:

Het is positief dat vooral de langstlevende echtgenoot (partner) minder erfbelasting verschuldigd zal zijn. Voor kinderen verandert er uiteindelijk weinig. De tariefaanpassing voor broers, zussen en anderen was absoluut noodzakelijk, maar valt tegen voor middelgrote en grote erfenissen. Bovendien zullen de aanpassingen stapsgewijs worden doorgevoerd en zijn er mogelijk nog veranderingen te verwachten.  Reken je dus niet te vroeg rijk met deze ingrepen.

Jo Viaene,

18 oktober 2024, alle wijzigingen onder voorbehoud

Jo.viaene@successiehuis.be