Een levensverzekering op twee hoofden; hoe zit dat precies? - Successiehuis

Een levensverzekering op twee hoofden; hoe zit dat precies?

4 mei 2024
samenwonen of trouwen

Nogal wat mensen beleggen vandaag via een verzekeringspolis, type tak 21, tak 23 of een mengvorm van de twee. Men duidt een begunstigde bij leven aan en een begunstigde bij overlijden (diegene(n) die  de spaarpot (het verzekerde kapitaal) uitgekeerd krijgt als de verzekerde komt te overlijden). De verzekering stopt immers als het verzekerd hoofd is overleden.

Bij het overgrote deel van de polissen tussen echtgenoten, gehuwd onder het wettelijk stelsel,  zien we de klassieke opstelling: er is één premiebetaler (de verzekeringnemer) die zichzelf verzekert met zijn/haar echtgenoot als begunstigde. De echtgenoot ontvangt bij overlijden van de eerst stervende een bepaalde som en hij/zij moet op de helft van die som erfbelasting betalen. Als de langstlevende later overlijdt, moeten de kinderen op diezelfde som (of hetgeen ervan resteert) opnieuw erfbelasting betalen.

Dat kan beter.

De echtgenoten kunnen samen een polis afsluiten (twee verzekeringnemers) op hun beider hoofden met hun kinderen als begunstigden bij overlijden.

Voordeel?  

Bij het eerste overlijden loopt de polis verder, want één van de verzekerden is nog in leven. De polis komt niet tot uitkering. Technisch kan men ervoor zorgen dat de langstlevende van de echtgenoten alle rechten van de eerst overledene in de polis verkrijgt. Lees: de langstlevende wordt eigenaar van de volledige polis en zet de polis verder.

Erfbelasting bij het eerste overlijden?

Inzake erfbelasting is er geen belasting bij het eerste overlijden. Er is toepassing van het wait & see-principe: er is geen effectieve uitkering, dus is er ook geen erfbelasting. Er zal pas erfbelasting verschuldigd zijn als de langstlevende overlijdt, de langstlevende de polis vrijwillig stopzet of bepaalde bedragen uit de polis opneemt. Op dat ogenblik is er slechts erfbelasting te betalen op het effectief opgenomen of uitgekeerde bedrag.

Als de langstlevende de polis gewoon behoudt omdat hij/zij de gelden niet nodig heeft, is er dus geen erfbelasting.

Schenking door de langstlevende

Bovendien kan de langstlevende beslissen de polis bij leven over te dragen (schenken) aan de kinderen via een zogenaamde verzekeringsgift. Dit is een schenking via een notariële akte waarop 3% aan schenkbelasting wordt betaald. De kinderen worden dan via een overdracht van rechten de nieuwe eigenaars van de polis die initieel door hun ouders werd afgesloten.

Erfbelasting bij het overlijden van de langstlevende?

Als de langstlevende ouder overlijdt, zal de polis tot uitkering komen. De kinderen ontvangen de opgebouwde kapitalen. Zij zijn erfbelasting verschuldigd over de helft van de poliswaarde (de helft van de eerst stervende) en de aangroei van de poliswaarde tussen het ogenblik van de schenking en de uiteindelijke uitkering.

In veel gevallen is dit een pak voordeliger dan bijvoorbeeld een keuzebeding in het huwelijkscontract waarbij de langstlevende een beleggingsportefeuille in volle eigendom kiest. Dan is bij het eerste overlijden erfbelasting verschuldigd over alles wat de langstlevende meer kiest dan de helft van het gemeenschappelijk vermogen. Alles wat de langstlevende op zijn of haar beurt nalaat wordt bij het tweede overlijden nogmaals belast met erfbelasting bij de kinderen.

 

Conclusie:

Een polis op twee verzekerde hoofden is vaak een lucratief instrument om de erfbelasting tussen echtgenoten onderling en hun kinderen te optimaliseren.

 

Jo Viaene

Jo.viaene@successiehuis.be