Beding van aanwas – een vrijgeleide voor de erfbelasting? - Successiehuis

Beding van aanwas – een vrijgeleide voor de erfbelasting?

23 mei 2023

Koppels die een goed in onverdeeldheid bezitten kunnen middels een beding van aanwas  ervoor zorgen dat het deel van de eerststervende overgaat naar de langstlevende. Gesteld dat beide onverdeelde eigenaars een gelijkwaardige levensverwachting hebben én dat beider inleg ook gelijkwaardig is, kunnen we spreken van een kanscontract, zijnde een contract ten bezwarende titel. Dat maakt dat bij de overdracht van de goederen – bij het overlijden van de eerststervende –  géén erfbelasting  verschuldigd is

Gaat het om een onroerend goed, dan zijn op de overdracht wel registratierechten verschuldigd op het deel dat overgaat. Dat kan fiscaal nadelig zijn wanneer de aanwas  betrekking zou hebben op de gezinswoning, want daar bedraagt de erfbelasting tussen echtgenoten (of partners[1]) 0%. Het voorwerp van het aanwasbeding is dus van belang.

Een beding van aanwas is een overeenkomst tussen partijen. Geen van de partners kan, onafhankelijk van de andere,  zijn/haar aandeel in het goed vervreemden. Er is altijd het akkoord van beide partners/echtgenoten vereist.

En ook de burgerrechtelijke aanspraken op de erfenis kunnen in het gedrang komen door een aanwasbeding. Stel dat een aanwasbeding wordt aangegaan in een situatie waarbij er kinderen zijn uit een vorig huwelijk of een vorige relatie. Een man met twee kinderen uit een vorig huwelijk,  hertrouwt. Uit het (nieuwe) huwelijk wordt 1 kind geboren, nota bene het enige kind van mevrouw. De man overlijdt. Door het beding van aanwas gaan de goederen die onder het beding van aanwas vallen automatisch naar zijn nieuwe echtgenote. De  kinderen uit het eerste huwelijk blijven na het overlijden van hun vader in de kou staan. Zij erven bovendien later niet van hun stiefmoeder. Als hun stiefmoeder komt te overlijden, vererft haar vermogen immers naar haar erfgenaam (in casu het enige kind uit het ‘nieuwe’ huwelijk).

Soms is dat de bedoeling, maar soms ook helemaal niet.

Om die reden zien we vaak dat een aanwasbeding wordt beperkt in de tijd, of dat het aanwasbeding wordt beperkt tot het vruchtgebruik. In dat laatste geval gaat in ons voorbeeld het vruchtgebruik naar de stiefmoeder, maar de kinderen van de vader, dus ook de twee kinderen uit het eerste huwelijk krijgen onmiddellijk de blote eigendom bij zijn overlijden.  Bij het later overlijden van hun (stief)moeder worden de drie kinderen bovendien onverdeeld volle eigenaar.

Om al die redenen is het van belang om voorafgaandelijk grondig na te denken over wat men precies wil bereiken met dit beding. Een aanwas tussen partners gehuwd met scheiding van goederen en zonder kinderen lijkt ons een no brainer, behoudens voor de gezinswoning. Maar in andere situaties riskeert het beding van aanwas een ongewild boemerangeffect met zich mee te brengen. Een kanscontract blijft immers altijd een beetje een gok. Hij die eerst overlijdt verliest alles, maar uiteraard weet géén van beiden wie er eerst het bijltje zal bij neerleggen.

Om die reden wordt er bij gehuwden vaak voorzien in een ontbindende voorwaarde die maakt dat ingeval van echtscheiding het aanwasbeding komt te vervallen.

 

Conclusie:

Een aanwasbeding kan perfect zijn in bepaalde situaties. Bekijk echter steeds de gevolgen. Vooral in nieuw samengestelde gezinnen zorgt een onzorgvuldig aanwasbeding  voor ongewenste spanningen.  

Wil je samen met ons de mogelijkheden van een aanwasbeding ontdekken, maak dan hier je afspraak. We denken graag met je mee. 

 

Jan Vanoverbeke

Jan.vanoverbeke@successiehuis.be

[1] Wettelijk samenwonende partners onmiddellijk, feitelijk samenwonende partners moeten minstens 3 jaar samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren.